Background image

terug

Vraag 29

Een Afrikaanse springspin jaagt vooral op steekmuggen die zich gevoed hebben met zoogdierbloed. Er is een onderzoek gedaan naar de sleutelprikkels voor het jaaggedrag van deze spinnen. Er werden twee verschillende groepen prooien aangeboden aan de spinnen: twintig muggen die gevoed waren met een suikeroplossing en twintig even grote muggen die bloed gezogen hadden.
Na het zuigen van bloed is het achterlijf van een mug rood.
Beide groepen prooien werden op twee verschillende manieren aangeboden: in een doorzichtig glazen buisje en in een ondoorzichtig buisje van een materiaal dat doorlaatbaar is voor gassen.
Alle prooien werden voor het aanbieden verdoofd zodat ze niet bewogen of geluid maakten.
De resultaten van het onderzoek zijn weergegeven in het diagram.

Uit de resultaten van het onderzoek blijkt, dat twee uitwendige prikkels een rol spelen bij het kiezen van een prooi.

Welke twee uitwendige prikkels zijn dat?