Als na ongeveer drie dagen de embryo’s uit acht cellen bestaan, worden er bij
elk embryo één of twee cellen weggenomen. Deze cellen worden onderzocht om
vast te stellen of het embryo de erfelijke afwijking heeft. Alleen een embryo
zonder de erfelijke afwijking wordt daarna in het lichaam van de vrouw gebracht
om zich daar in te nestelen.
Hoe heet het deel van een cel dat wordt onderzocht op een erfelijke
afwijking?