De Noord-Amerikaanse boskikker legt in het voorjaar eitjes in kleine
plasjes water. De eitjes, wel zo’n 1000 tot 3000 per kikkerpaar, vormen
samen het kikkerdril. In dit kikkerdril ontwikkelen de eitjes zich tot
kikkervisjes. Kikkervisjes eten voornamelijk algen. De volwassen
boskikkers eten insecten en slakken.
Kikkervisjes eten soms eitjes en larven van de eigen soort. Dit wordt
kannibalisme genoemd. Bij de boskikkers die hun eitjes in kleine plasjes
leggen, lijkt dit minder vaak voor te komen. De kikkervisjes in zo’n plasje
zijn van ongeveer gelijke leeftijd. Onderzoekers vragen zich af of eitjes en
jonge kikkervisjes alleen opgegeten worden door oudere kikkervisjes.
Ze doen een experiment om dit te onderzoeken. Ze vullen twee
aquariumbakken met water: bak 1 en bak 2. In beide bakken laten ze een
gelijk aantal kikkereitjes uitkomen. Alleen in bak 2 laten ze ook een aantal
oudere kikkervisjes los. De overige omstandigheden zijn gelijk.
Elke dag tellen ze in beide bakken het aantal overlevende eitjes en jonge
kikkervisjes. Ze zetten de resultaten uit in een diagram (zie de
afbeelding).
De onderzoekers trekken een conclusie uit de resultaten om een
antwoord te geven op de onderzoeksvraag.
Schrijf deze conclusie op.