Een biologiedocent geeft zijn leerlingen de
opdracht om een onderzoek uit te voeren met
pissebedden.
Omdat je pissebedden vaak onder stenen kunt vinden, denken Reza en
Tessa dat pissebedden een voorkeur hebben voor donker. Ze maken een
werkplan om dit te onderzoeken.
Voor hun onderzoek maken Reza en Tessa gebruik van een keuzekamer
met een licht deel en een donker deel (zie de afbeelding).
Aan het begin van hun onderzoek zetten ze 25 pissebedden in het lichte
deel en 25 pissebedden in het donkere deel. Steeds na één minuut tellen
ze het aantal pissebedden in het lichte deel van de keuzekamer. Na vijf
minuten tellen de leerlingen ook het aantal pissebedden in het donkere
deel. De resultaten staan in de tabel.
tijd (minuten) | aantal pissebedden | |
donker | licht | |
0 | 25 | 25 |
1 | 22 | |
2 | 19 | |
3 | 11 | |
4 | 7 | |
5 | 46 | 4 |
Maak op het grafiekpapier een staafdiagram van het aantal pissebedden in het donker en in het licht op de tijdstippen 0, 3 en 5 minuten.