Katten met bloedgroep B hebben veel anti-A in hun bloed. Katten met
bloedgroep A hebben daarentegen maar weinig anti-B.
Anti-A zit ook in de eerste moedermelk van een poes met bloedgroep B.
Als jonge katjes deze melk drinken, komt anti-A via de darmwand in hun
bloed terecht. Dit kan sterfte van katjes veroorzaken. Dit verschijnsel
wordt FNI genoemd.
Een poes met bloedgroep B krijgt jonge katjes.
Alle katjes sterven door FNI.
Welke bloedgroep hadden deze jonge katjes, bloedgroep A of bloedgroep B? Leg je antwoord uit.