atiënten met een ernstige vorm van de ziekte van Von Willebrand kunnen
behandeld worden door het toedienen van een medicijn met de stollingsfactor
VWF. Omdat dit medicijn wordt gemaakt uit bloedplasma van gezonde donoren,
bevat het kleine hoeveelheden van de bloedgroep-antistoffen anti-A en anti-B.
Toediening van grote hoeveelheden van dit medicijn kan bij bepaalde
bloedgroepen, klontering van rode bloedcellen tot gevolg hebben.
Patiënten van één bepaalde bloedgroep kunnen zonder gevaar voor klontering
met dit medicijn behandeld worden.
Welke bloedgroep wordt hier bedoeld?