terug
Vraag 27
In een groep wolven heerst een rangorde. De meest opvallende manier van
communiceren binnen deze rangorde is de stand van de staart. Een
gedragsonderzoeker onderscheidt daarbij vier verschillende standen die hij T1,
T2, T3 en T4 noemt (zie de afbeelding).
T1 |
|
wordt alleen gebruikt door de meest dominante wolf |
T2 |
|
wordt gebruikt ten opzichte van wolven die lager in de rangorde staan |
T3 |
|
wordt gebruikt ten opzichte van wolven die hoger in de rangorde staan |
T4 |
|
wordt gebruikt door wolven die onderaan in de rangorde staan ten opzichte van de andere, dominantere wolven |
In een groep wolven in een natuurreservaat in de Verenigde Staten wordt het
gedrag van vijf mannetjes bestudeerd: P, Q, R, S en T. Van elke wolf wordt
genoteerd welke stand zijn staart inneemt als hij in de buurt van één van de
andere mannetjes komt. De resultaten worden weergegeven in de tabel.
|
in de buurt van P |
in de buurt van Q |
in de buurt van R |
in de buurt van S |
in de buurt van T |
in de buurt van P |
|
T3 |
T2 |
T3 |
T2 |
in de buurt van Q |
T2 |
|
T2 |
T3 |
T2 |
in de buurt van R |
T4 |
T4 |
|
T4 |
T4 |
in de buurt van S |
T1 |
T1 |
T1 |
|
T1 |
in de buurt van S |
T3 |
T3 |
T2 |
T3 |
|
Wat is de rangorde van deze vijf wolven? Schrijf de letters P, Q, R, S en T in
de juiste volgorde op. Begin bij de meest dominante wolf