Het fokken van dieren in gevangenschap kan heel lastig zijn. Sommige dieren
leven in het wild alleen. Een mannetje en een vrouwtje komen dan uitsluitend
tijdens de paartijd bij elkaar. Om te kunnen fokken moet een dierentuin precies
weten wanneer de dieren paringsbereid zijn. Daarom wordt bijvoorbeeld
bloedonderzoek gedaan om de hoeveelheid van bepaalde soorten hormonen in
het bloed te meten.
In Diergaarde Blijdorp wordt regelmatig bloed afgenomen van de Maleise tapir
Wanda om te bepalen hoe haar geslachtscyclus verloopt.
De onderstaande afbeelding geeft de resultaten weer van de metingen van de
hoeveelheid van een bepaald soort hormoon in het bloed van Wanda. De
hoeveelheid van dit hormoon neemt eenmaal per geslachtscyclus sterk toe.
Bij mensen duurt een geslachtscyclus ongeveer 28 dagen, bij een tapir is dat anders.
→ Leid uit het diagram af hoeveel dagen een geslachtscyclus bij tapir Wanda duurt.