Gebruik bijlage "De vraag naar wonen".
In de klas ontstaat tijdens de aardrijkskundeles een discussie over het begrip
drempelwaarde. Merle zegt: “In het dorp waar ik woon, wonen ongeveer 3.500 mensen.
Steeds meer winkeliers in mijn dorp houden ermee op. Er zijn nu nog maar twee winkels.”
Jorn zegt: “Laatst was ik op bezoek bij mijn tante op Ameland. Daar wonen ook ongeveer
3.500 mensen. Het viel mij op dat daar heel veel winkels waren.”
De docente zegt: “Maar Ameland is een eiland.”
Waarom kunnen er op het eiland Ameland meer winkels bestaan dan in het dorp van
Merle?