Gebruik de bijlage. De foto′s in bron 2 zijn gemaakt op de bestemmingen die in bron 1 beschreven worden.
Neem de letters P, Q, R en S van de bestemmingen uit bron 1 over en zet het cijfer van de bijbehorende foto uit bron 2 erachter.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.