terug
Vraag 1
1 | In zwembaden wordt vaak natriumhypochloriet gebruikt om het zwemwater te |
2 | desinfecteren. Wanneer natriumhypochloriet reageert met water, ontstaan |
3 | stoffen die ziekteverwekkers, zoals bacteriën, doden. |
4 | Bij de reactie ontstaan ook OH– ionen, die de pH van het zwemwater |
5 | veranderen. Omdat het water veilig moet zijn voor zwemmers, moet de pH niet |
6 | te hoog of te laag zijn. Daarom wordt behalve natriumhypochloriet ook meestal |
7 | zoutzuur of zwavelzuur toegevoegd. |
|
Leg uit of de gevormde OH– ionen (regel 4) de pH van het zwembadwater hoger of lager maken.