Background image

terug

Vraag 8

Stel je voor, het is augustus 1961. Jij bent de negentienjarige Maria Mensch. Je woont in Oost-Berlijn, 30 meter van de grens. Je ziet de Muur hoger worden.
Je vriend Willy wil, nu het nog kan, naar het Westen vluchten. Hij vraagt jou om mee te gaan. Je hebt niet veel tijd om te beslissen. Je liefde voor Willy is net zo groot als die voor je ouders. Daarom denk je na over je toekomst: in Oost-Berlijn bij je ouders of in het Westen bij Willy.
Je schrijft een brief óf naar je ouders óf naar Willy, waarin je jouw besluit om wel of niet te vluchten toelicht. Je geeft drie politieke en/of economische argumenten die je keuze ondersteunen.

De argumenten moeten passen in de tijd kort na de bouw van de muur.
Jouw deel van de brief bevat tussen de 40 en 80 woorden.

Schrijf alleen het middendeel van de brief.
Doe het zo (kies één van onderstaande brieven):

18 augustus 1961
Lieve ouders,
Wanneer jullie deze brief lezen, ben ik met Willy naar het Westen gevlucht.

Schrijf nu het middendeel van de brief waarbij je drie verschillende
politieke en/of economische argumenten geeft die je besluit om te
vertrekken ondersteunen.


Ik hou van jullie en ik zal jullie ontzettend missen!
Maria

18 augustus 1961
Lieve Willy,
Ik heb besloten bij mijn ouders in Oost-Berlijn te blijven.

Schrijf nu het middendeel van de brief waarbij je drie verschillende
politieke en/of economische argumenten geeft die je besluit om te
vertrekken ondersteunen.


Ik hou van je en ik zal je ontzettend missen!
Maria