Background image

terug

Vraag 12

Het schilderwerk dat Lia in 1996 heeft laten uitvoeren, is gedaan door een erkend schildersbedrijf.
Over dat schilderwerk moest zij 17,5% BTW betalen.
De werkgeversvereniging voor schildersbedrijven heeft al diverse keren aan de minister van Economische Zaken gevraagd het BTW-percentage te verlagen naar 6%. Volgens deze vereniging is zo'n verlaging gunstig voor de werkgelegenheid in het schildersbedrijf in Nederland.

Hieronder staan 5 economische verschijnselen:

  1. lager BTW-tarief;
  2. meer werkgelegenheid in het schildersbedrijf;
  3. meer opdrachten voor erkende schildersbedrijven;
  4. lagere prijs voor schilderwerk;
  5. grotere productie van schildersbedrijven.

In welke van de onderstaande regels staan deze economische verschijnselen in een zodanige volgorde dat ze de mening van de werkgeversvereniging voor het schildersbedrijf juist weergeven?