Examentrainers

1. Hij is bezig met afstuderen.
2. Hij werkt als sportinstructeur in het buitenland.
3. Hij is Duits kampioen.
4. Hij vindt dat hij een gelukkig leven leidt.

Geef van elk van de beweringen over windsurfer Klaas Voget aan of deze wel of niet overeenkomt met alinea 1.

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.